Op dit moment is Martin van der Maas bezig met een boek over de stad en de auto en presenteerde ons vast zijn eerste bevindingen. Aan de hand van beelden liet hij zien hoe sinds de jaren ’50 steden over de hele wereld steeds meer ruimte zijn gaan bieden aan de auto. Omdat uit onderzoek blijkt dat auto’s gemiddeld 95% van de tijd stil staan, leggen auto’s een enorm beslag op de beschikbare ruimte. Zeker als al het parkeren op straat plaatsvindt. 

Vervolgens liet hij zien hoe Alkmaar extreem gedetailleerde parkeernormen heeft. Hierdoor moeten er voor elke extra woning, maar ook voor elke uitbreiding van een winkel, extra parkeerplaatsen aangelegd worden. De gedachte dat je niet alle nieuwe auto’s op dezelfde parkeerplekken kwijt kunt is op zich logisch, maar we zijn hier misschien wel een beetje in doorgeschoten. Voor het idee dat mensen er misschien bewust voor kiezen geen auto te nemen als ze in de binnenstad komen wonen, waar alle voorzieningen op loopafstand zijn, is zo geen plaats meer. En die gedetailleerde normen zorgen er voor dat bouwplannen veel duurder of zelfs onmogelijk worden. Kan dat nou niet anders? 

Onder leiding van gespreksleider Tineke Bouchier (fractielid GroenLinksPvdA) ging het panel, gevormd door Maaike Kardinaal (GroenLinks-PvdA) en Gosse Postma (Alkmaarse ondernemer en fractielid BAS), in debat over enkele prikkelende stellingen.

De eerste stelling sloot mooi aan bij de inleiding van Van der Maas: meer woningen betekent niet automatisch ook meer parkeerplaatsen. Maaike Kardinaal van GroenLinks-PvdA betoogde dat dit inderdaad geen automatisme zou moeten zijn. Hoewel er zeker wijken zijn waar een gemiddeld gezin twee auto’s bezit, is dat lang niet overal het geval. De parkeernormen hoeven niet afgeschaft, maar als we hier iets soepeler mee om zouden gaan, kunnen er gewoon meer huizen gebouwd worden. Met name in de buurt van stations en bij sociale huurwoningen heeft echt niet iedereen twee, of zelfs één, auto. Deelmobiliteit kan hier ook een oplossing bij zijn, als mensen maar eenmaal doorkrijgen dat het veel goedkoper is om geen eigen auto 95% van de tijd stil voor de deur te hebben staan. Bloemwijk werd nog aangehaald als een voorbeeld van een wijk waar gewoon minder woningen gebouwd zijn omdat er per se extra parkeerplaatsen moesten komen. 

Hierna ging het over de interessante vraag of de opbrengsten van parkeergelden niet ten goede zouden moeten komen aan de buurt waarin geparkeerd wordt. Zo krijgen buurten waarin mensen betalen voor een parkeervergunning bijvoorbeeld wel extra groen, of meer speeltuintjes in de buurt. Ook de buurtbewoners zonder auto profiteren daar van. 

Tenslotte was de vraag of er niet zoveel extra parkeerplaatsen in (ondergrondse) garages bij zouden moeten komen, dat er in de binnenstad alleen nog maar een paar invalidenparkeerplaatsen overblijven maar verder alle parkeerplaatsen op straat opgeheven kunnen worden. Gosse Postma vertelde hoe zijn vader, Frits Postma, in de jaren ’90 al voorgesteld had dat de Singelgarage twee of drie keer zo groot zou kunnen worden. Destijds werd dit echter afgeserveerd als ‘te duur’. Maar als je niet groots durft te denken, krijg je achteraf spijt. 

GroenLinks-PvdA raadslid Erwin Bromlewe sloot de avond af met de aankondiging van een ontwerpwedstrijd die hier goed bij aansluit: wie maakt het mooiste ontwerp voor een plek in de binnenstad waar nu nog auto’s staan, maar waar we zoveel mooiere dingen mee zouden kunnen doen. De winnaar van deze wedstrijd wordt bekend gemaakt op het volgende politieke café in september.

Je kunt nog meedoen. Stuur je idee in de vorm van een afbeelding, video, AI gegenereerde impressie of beschrijvend verhaal aan glp072@gmail.com.