"Parkhof in het Park" is al jaren het uitgangspunt voor GroenLinks.
Mocht er een alternatief zijn waar Atlantis en Parkhof zich beide in kunnen vinden, dan is dat natuurlijk ook geen bezwaar. Maar enkel bezwaren van omwonenden ziet de partij niet als zwaarwegend genoeg om naar een andere locatie uit te kijken. Ook een andere locatie, om het even waar, zal op weerstand van omwonenden kunnen rekenen. Van Atlantis en Parkhof mag juist nu grote inzet verwacht worden om gezamenlijk tot een concept voor een nieuw poppodium te komen.
“Natuurlijk kan er gekeken worden naar alternatieve locaties en als Atlantis en Parkhof zich daarin kunnen vinden, zullen wij de laatste zijn om daar voor te gaan liggen.” aldus fractievoorzitter Rosina Diktas Noorderveen. “Maar juist de nieuwbouw in het park biedt vele mogelijkheden. Juist deze unieke plek moet voor de gemeente Alkmaar een uitdaging zijn om hier een duurzaam en ecologisch gebouw neer te zetten, misschien wel het eerste ecologische poppodium van Nederland.” Natuurlijk zal het pand aan de hoogste eisen van geluidsoverlast voldoen, moet er voor gezorgd worden dat er een rookruimte is waardoor mensen niet buiten roken en overlast beperkt wordt en zal er ook overdag voor de bezoekers van het park een gelegenheid moeten zijn waar men iets kan drinken of eten.
Parkhof heeft een eigen manier van werken, waarin vrijwilligers het kloppend hart van het geheel zijn. Daarom vindt GroenLinks het belangrijk dat zij ook in het nieuwe poppodium een sterke positie krijgen. Daan van Os, raadslid voor GroenLinks, hield afgelopen dinsdag in de commissie Samenlevingszaken (SLZ) dan ook een warm pleidooi voor de betrokkenheid van de vrijwilligers. Bij de plannen nu, maar ook straks als het nieuwe poppodium van start gaat. De minimale betrokkenheid die de vrijwilligers gehad hebben bij het tot stand komen van de plannen tot nu toe heeft het vertrouwen sterk aan het wankelen gebracht. Volgens GroenLinks moet het uitgangspunt voor het nieuwe poppodium verregaande samenwerking tussen Atlantis en Parkhof zijn, waarbinnen beide organisaties toch hun eigen identiteit kunnen behouden.