GroenLinks is zeer verontwaardigd over het plotseling opzeggen van de HAL-samenwerking door het Alkmaarse college.

Immers: de nieuwe samenwerkings-overeenkomst tussen Langedijk, Heerhugowaard en Alkmaar stond al in de grondverf. De gemeenteraad van Alkmaar stemde juni 2003 in met het opstellen van de "Intergemeentelijke structuurvisie HAL II". Er was raadsbrede steun; geen enkele partij was tegen; de meeste - waaronder Groen Links - zelfs uitgesproken voorstanders van voortzetting van deze samenwerking. Voor GroenLinks komt het besluit van het college daarom als een donderslag uit heldere hemel.

Waarom iets opzeggen, dat z'n waarde in het verleden méér dan bewezen heeft, dat al ruimschoots in gang gezet was, waar al in geïnvesteerd is, en dat bovendien veel potentie in zich had om toekomstige problemen beter, efficiënter en sneller op te lossen? Groenlinks maakt zich niet alleen grote zorgen over de vraag hoe een aantal lopende projecten afgerond kunnen worden. Maar nog meer over de vraag hoe we nu in de toekomst een aantal vraagstukken met elkaar moeten oplossen. Hoe moet het bijvoorbeeld met noodzakelijke investeringen en oplossingen op het gebied van infrastructuur voor fiets, auto, maar vooral ook openbaar vervoer? Hoe moet het verder met de uitdagingen die er liggen om zoveel mogelijk met elkaar en voor elkaar in de woningbouwbehoeften te voorzien? En vooral: hoe moet het verder met de gezamenlijke zorg voor het groen buitengebied en de recreatie? Allemaal problemen die zich weinig aantrekken van gemeentegrenzen, en waarvoor dus gezamenlijke oplossingen moeten worden gevonden. Ondanks wat haperingen, lukte dat in het verleden goed; zie bijvoorbeeld Geestmerambacht, zie de N242, en de HAL-OV corridor.

Des te onbegrijpelijk vindt Groenlinks het omdat in juni vorig jaar het college nog van mening was dat "het besef aanwezig (is) dat samenwerking ook na de VINEX-periode meerwaarde kan bieden voor de HAL gemeenten. Nieuwe lokale structuurvisies, de toekomstige woningbehoeften, regionale infra-projecten en behoefte en spreiding van maatschappelijke voorzieningen maken duidelijk dat er ook in de toekomst forse raakvlakken tussen de gemeenten blijven bestaan." Dat blijkt althans uit het stuk dat de gemeenteraad toen kreeg voorgelegd. Ook daarna zijn in het kader van Alkmaar 2030 regelmatig bijeenkomsten belegd, waarin steeds naar voren kwam dat de samenwerking juist geïntensiveerd zou moeten worden om zaken als wonen, groen, en bereikbaar-heid op een solide manier voor de komende jaren te garanderen.


Uit de berichtgeving in de Alkmaarse Courant van 17 juni komt naar voren dat niet inhoudelijke argumenten maar onderlinge irritatie de doorslag heeft gegeven. Die irritatie was al eerder merkbaar en past in uitspraken van het college, enige tijd geleden gedaan in dezelfde krant en ook in de commissie SOB dat Alkmaar perse een eigen disco wil, ook al wordt er op een steenworp afstand een regionale disco gebouwd in Heerhugowaard.

Groenlinks vraagt zich af of deze terugtrekkende beweging te maken heeft met het feit dat er wel veel wordt geïnvesteerd in andere en vooral grotere inter-gemeen-telijke verbanden, zoals Halter in Balans en NoordWest 8. Verbanden die zo groot zijn, dat de meerwaarde voor de gemeente Alkmaar nauwelijks aantoonbaar is, terwijl de democratische controle ook te wensen overlaat.


Verbaasd en teleurgesteld is GroenLinks ook, omdat dit besluit kennelijk in het college is genomen zonder de raad daarover te raadplegen of in te lichten. Daarmee gaat het college in tegen de uitspraak van de raad dat de HAL-samenwerking moet worden voortgezet. Dat is op zijn zachtst bestuurlijk niet erg handig. Immers bij andere belangrijke besluiten, zoals de ontmanteling van het SNK is de raad wel geraadpleegd.

De Groenlinks fractie wil daarom de volgende vragen aan het college stellen:

1. Wat is er voorgevallen tussen de drie partners, dat de samenwerking zo plotseling is opgezegd?
2. Kloppen de berichten in de krant dat het college van de gemeente Alkmaar uiteindelijk de partner is geweest, die de samenwerking heeft opgezegd?
3. Welke inhoudelijke argumenten en beraadslagingen in het college liggen aan het besluit ten grondslag? Oftewel op grond van welke bestuurlijke wijsheid is tot deze conclusie gekomen?
4. Wat is de reden dat het college dit voorgenomen besluit niet aan de raad heeft voorgelegd?
5. Hoe denkt het college de reeds geïnvesteerde gelden in de HAL II veilig te stellen?
6. Wat gebeurt er met de gelden die reeds zijn vrijgemaakt voor de instandhouding van het HAL-bureau?
7. Hoe denkt het college de huidige, nog lopende projecten onder HAL I succesvol af te ronden?
8. Op welke manier denkt het college de uitdagingen voor de toekomst op het gebied van infrastructuur, sociale aangelegenheden, woningbouw en recreatie efficiënt op te lossen, gegeven het feit dat dit allemaal zaken zijn en zullen blijven, waarbij intensieve samenwerking tussen de drie gemeenten nodig is?
9. Welke meerwaarde heeft het hebben van "wisselende contacten" met alle ons omringende gemeente boven een vastgelegde samenwerking in HAL-verband?