De door GroenLinks al jaren verlangde en nu aangestelde woningbouwaanjager, de heer Jos Feijtel, heeft 29 januari zijn eerste adviezen gepresenteerd. GroenLinks is blij met de analyse en de conclusies. Zij heeft er vertrouwen in dat de aanjager een positieve rol kan vervullen in het vlottrekken van een aantal projecten. Daarbij kan er de komende periode naar verhouding veel sociale woningbouw plaatsvinden.
De gemeente moet niet bij alle projecten 30 plus 10% sociale woningbouw verlangen, aldus de heer Feijtel in zijn rapportage: “Huizen of heilige huisjes”. Stapeling van allerlei eisen kan tot een onhaalbaar pakket leiden. Het gaat daarbij echter niet alleen om het aandeel sociale woningbouw, maar ook bijvoorbeeld parkeernormen, beeldkwaliteitseisen en eisen uit nog 80 andere beleidsnota’s. Flexibiliteit is nodig om keuzes te maken en waar nodig eisen te versoepelen.
De ambtelijke verkokering moet verder worden tegengegaan door nog eerder knelpunten te constateren, zodat knopen kunnen worden doorgehakt. Daartoe is een groter gewicht van de projectleiding tegenover de lijnorganisatie nodig. De komende periode is het winter in de woningbouw, vanwege de kredietcrisis. Daarom zal juist het aandeel sociale woningbouw weleens omhoog kunnen gaan. Daar blijft immers vraag genoeg naar. Aldus nog steeds de aanjager.
Het verhaal dat het aandeel sociaal de reden is van de vertraging in de woningbouwproductie verwijst GroenLinks naar het land van de fabels. Immers, bouw van deze woningen wordt doorgaans uitbesteed aan de woningbouwcorporaties. Die nemen de financiële risico’s voor hun rekening. En hebben daar hun eigen financieringsbronnen voor. Daarmee verdwijnt wel de kans voor de projectontwikkelaars om over dit deel van het project winst te maken. Maar, afgezien van een doorgaans iets lagere grondprijs die de corporaties betalen, is er ook geen verlies voor de commerciële partner over dit afgestoten deel van het project. Over hun eigen deel van het project behalen zij gewoon hun winst.
En zo krijgen ook de mensen met een modaal inkomen of minder een eerlijke kans op de woningmarkt. Zij moeten kunnen rekenen op betrouwbare steun van de overheid, die de normen voor het aandeel sociale woningbouw vaststelt. En daarmee de corporaties in de juiste positie brengt.