De fractie van GroenLinks maakt zich grote zorgen over de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg).
Zij vraagt zich af of mensen met een handicap in de toekomst nog wel de noodzakelijke voorzieningen kunnen krijgen. Voorzieningen die nodig zijn om mee te kunnen blijven doen in de samenleving. De fractie heeft twijfels bij het beleid van het college dat vorig jaar de gemeenteraad nog verzekerde dat een vermindering van de reserves met 1.000.000 euro verantwoord was.
Uit een notitie over de invoering van het nieuwe Wvg-protocol blijkt dat de reserve van de Wvg veel eerder op is, dan aanvankelijk werd aangenomen. Bij de begrotingsbehandeling vorig jaar is besloten dat er de komende jaren 1.000.000 euro uit die reserve wordt gehaald. Het college deed dit voorstel om het begrotingstekort op te vangen. GroenLinks heeft tijdens de begrotingsbehandeling een motie ingediend om een dergelijke grote greep uit die reserve te voorkomen. De fractie heeft de motie is ingetrokken, omdat het college de gemeenteraad de verzekering gaf dat het voorzieningenniveau op peil zou blijven. En dat er over twee jaar opnieuw naar gekeken zou worden. Amper vier maanden na die begrotingsbehandeling blijkt uit de eerder aangehaalde notitie dat de reserve veel eerder uitgeput zal zijn dan het college de raad beloofde. Dat is op zich niet verwonderlijk. De fractie van GroenLinks had al eerder voorzien dat door onder meer de toenemende vergrijzing en verdergaande vermaatschappelijking van de zorg het beroep op de Wvg zou groeien. Daarbij komt dat er binnenkort een Wvg-protocol wordt vastgesteld dat in veel opzichten een verantwoord voorzieningenbeleid toestaat. En dat kost dus geld.
Verwonderlijk is het wel dat het college kennelijk in het najaar van 2003 niet in staat was of misschien niet de behoefte voelde om de gemeenteraad een juist beeld van de stand van zaken te geven. Hierdoor dreigt er nu iets te gebeuren wat enige jaren geleden ook al plaatsvond. Een greep doen uit de Wvg-reverse om andere kosten te dekken ( destijds voor het Cultuurplein) en vervolgens snijden in de voorzieningen ( destijds de individuele vervoersvoorziening). De fractie van GroenLinks maakt zich op dit punt grote zorgen, omdat 1.000.000 euro niet meer beschikbaar is voor Wvg-voorzieningen. Het risico is groot dat we binnen afzienbare tijd datgene wat we hebben vastgesteld in de verordening niet ( meer) kunnen waarmaken. De GroenLinksfractie is dan ook van mening dat het college veel te optimistisch is geweest en in feite maar een korte blik heeft gehad op de toekomst toen zij de raad verzekerde dat de vermindering van de reserves verantwoord was.
De GroenLinksfractie wil dan ook dat het college bij de komende perspectiefnota met een alternatief komt op de bezuiniging van de Wvg. Naar de mening van GroenLinks moet de Wvg-reverve weer op het peil van 2003 worden gebracht. Dat zou kunnen door de taakstelling voor het college te actualiseren. Met name daar waar het gaat om ( grote) projecten kan het zowel wat aantal projecten betreft als qua omvang van de projectorganisaties allemaal wel wat minder. Een voorbeeld is de projectorganisatie voor de Westrand. Is het werkelijk nodig om zoveel mensen zo lang aan het werk te zetten voor een Westrand die naar de mening van de raad niet verder ontwikkeld mag worden. Ook andere projectorganisaties zouden kritisch onder loep genomen kunnen worden. Tenslotte hebben we niet veel aan een groot deel van die grote projecten als ze straks niet meer bereikbaar en toegankelijk zijn voor mensen met een handicap.
GroenLinks stelt daarom de volgende vragen aan het college:
1. Waarop was tijdens de begrotingsbehandeling 2004 e.v. de verwachting gebaseerd dat onttrekking aan de Wvg-reserve verantwoord was. En deelt het college die verwachting nog steeds?
2. Is het college in staat en bereid om in het kader van de perspectiefnota en/of begroting 2005 een reële inschatting te maken van de te verwachten uitgaven voor de Wvg voor de komende 3 jaar, en deze inschatting te plaatsen tegenover de te verwachten bijdrage van het Rijk en kan het college daarbij aangeven hoe het resultaat zich verhoudt met de opgebouwde Wvg-reserve en de onttrekkingen daarvan in de komende jaren?
3. Kan daarmee de evaluatie die is toegezegd voor over twee jaar nog dit jaar plaatsvinden?