De reeds lang door GroenLinks gewenste nieuwe Nota Wonen is in de raad van 5 februari aangenomen. De norm voor het aandeel sociale woningbouw in de nieuwbouw mag, ook wat de fractie van GroenLinks betreft, flexibel gehanteerd worden. Soms zal het meer dan 30% zijn, soms minder, maar het totaal van de woningbouwproductie zal wel minimaal 30% moeten zijn. Het Amendement dat GroenLinks samen met de Christen Unie hierover had opgesteld, is aangenomen door de raad.

De discussies van de aflopen periode over de Nota Wonen hebben zich voornamelijk toegespitst op het verplichte aandeel 30% categorie 1 (de goedkoopste)  plus 10% categorie 2 (wat duurder) sociale woningbouw. Is het haalbaar? Is het wel effectief als het koopwoningen betreft? Die stijgen snel in prijs en verdwijnen zo naar hogere prijscategorieën (3 en 4).

In samenspraak met Christen Unie, PvdA, CDA en D’66 had GroenLinks een Amendement over het percentage sociale woningbouw opgesteld. Daarin is 30% categorie 1 de norm. De 10% categorie 2 hoeft niet meer verplicht te zijn. Van die prijsklasse is er ook al veel in Alkmaar. Binnen de 30% categorie 1 wordt een extra waarborg ingebouwd, dat daarvan voldoende in de huur wordt gerealiseerd, minimaal 20 van de 30%. 

Volgens de fractie is duidelijkheid tegenover ontwikkelaars belangrijk. Als zij een stuk grond kopen, moeten zij er in Alkmaar rekening mee houden, dat er 30% sociale woningbouw gevraagd zal worden. Het mag niet zo zijn, dat als een projectontwikkelaar bij aankoop speculeert op minder dan 30%, de gemeenschap later voor de kosten opdraait.  Juist de zwakkeren op de woningmarkt moeten kunnen rekenen op betrouwbare steun van de overheid.

Loslaten van de normen mag niet vanzelfsprekend zijn. De politiek stelt niet voor niets kaders vast. Alleen in overleg met het gemeentebestuur kunnen normen soepel gehanteerd worden. Daarbij krijgt het college wat GroenLinks betreft meer speelruimte.